Als beeldend kunstenaar schept Arnold zich een universum in steen en brons. Hout is meer uitzondering dan regel.

Op een eigenzinnige wijze wil hij zijn ideeën in beeld brengen. Hij gaat geen confrontatie uit de weg. Hij streeft naar vertraging en verstilling, daarbij ontstaat er een emotionele band met zijn werken.

Beeldhouwen in steen ervaart hij als een intuïtieve vormgeving waarbij de abstracte vorm de voorrang krijgt op het figuratieve. ‘Het proces overkomt je’.

Brons gieten is voor hem meer een structureel proces, ‘In brons breng je met je verstand in beeld wat je voelt,’

Beide kunstvormen bieden de toeschouwer een boeiend spel van schijnbare tegenstellingen.

Hij wil met zijn werk een denkproces op gang brengen waardoor er bij de waarnemer een emotionele meerwaarde kan ontstaan.

Arnolds beelden drukken op volstrekt ‘eigen-zinnige’ wijze uit wat zijn binnenwereld aan de buitenwereld wil tonen.

Arnold schrijft onder de schuilnaam “Lonard”, woordverzinsels. Sommige , in combinatie met zijn beelden, leiden tot verrassende denkpatronen.